Het Het Ontwikkelings-schema (OWS) kent twee assen: De “Ruimte as” en de “Relationele as”.
OWS, ruimte as
De vertikale as is de “Ruimte as”. Hierop staan “Afstand” en “Nabijheid”. Dit gaat over de gevoelsmatige afstand die je tot jezelf ervaart (Hoe eerlijk kan je naar jezelf toe zijn als het over iets gaat wat je werkelijk nabij komt?). En over de afstand die je naar de ander ervaart. Op welke afstand voelt het nog net wel goed, op welke afstand ben je aan je grens? Kenmerkend voorbeeld voor als je “te dichtbij”, “over de grens”, bent is dat je gaat nadenken. Bijvoorbeeld dat je wel verklaren waarom het nu een beetje moeilijk voelt, maar het eigenlijk niet meer voelt. Dan ben je niet meer voelend, je hebt weer meer ruimte nodig.
De afstand die je ervaart naar jezelf en naar de ander toe ervaart kan min of meer gelijk zijn, of juist sterk verschillen. Deze (dis-)congruentie is interessant voor de verdere uitwerking van het model. Belangrijk is om in te zien dat “meer nabij” niet beter is. Juist het kunnen verdragen van, een zekere, afstand brengt vaker verdieping dan het streven naar zo veel mogelijk nabijheid. Deze laatste leidt in ieder geval tot ongelukken.
OWS, relationele as
De Horizontale as is de “Relationele as”. Hierop staan “Betrokkenheid” en “Verbondenheid”. In hoeverre kan jij je laten betrekken door de ander (passief) en in hoeverre kan jij je verbinden met die ander (aktief). Vragen als: Kan jij voor je laten zorgen (als je ziek bent)? Kan jij een ander nabij laten als je pijn hebt? Kan jij je laten uitnodigen door een ander en dat ook werkelijk fijn vinden? Deze vragen spelen een rol bij “Betrokkenheid”. Als je daar volmondig “ja” op kunt antwoorden ben je (waarschijnlijk) in staat om je te laten betrekken. Hier komt de “eerlijkheid” naar jezelf ook weer bij kijken.
Vragen als: Zorg je graag voor de ander? Ben je bereid om voor iemand te zorgen? Kan jij samen met iemand anders in één ruimte zijn? en hoe doe je dat? Sluit je je af voor die ander? Neem je de hele ruimte in beslag en moet de ander zich aan jou aanpassen? Antwoorden op deze vraag geven een beeld hoe jij je kunt verbinden met de ander en daar ook de ruimte voor voelt. Hierbij geldt zeker niet dat al deze vragen met ja beantwoord moeten zijn. Als je graag voor een ander zorgt, dan zou het wel eens kunnen zijn dat je meer moeite hebt om goed voor jezelf te zorgen. Dan is je gedrag discongruent, zoals boven aangegeven. Verbondenheid vertaal ik ook wel eens door de volgende formulering: Verbondenheid staat voor het “over hebben voor een ander”. In de zin van: “Je hebt genoeg voor jezelf, en je hebt zelfs nog een beetje meer, en dat beetje meer heb je over voor de ander”. Als je dat over hebt voor een ander, dan wordt het geven ook vrijblijvender. Je hoeft er niets voor terug te krijgen.
Het werken met deze assen vergt ervaring. De volledige waarde van het OWS gaat verloren op het moment dat het een “prestatiemodel” wordt. Het kan helpen met inzicht krijgen in hoe jij in relatie tot jezelf en de ander staat. Mocht je ergens tegenaan lopen dan kun met dit model inzicht krijgen in wat er mis gaat. Een geoefend therapeut aan de hand van jouw verhaal je ook inzicht geven in en laten ervaren hoe je dit anders zou kunnen doen.
Voel je vrij, nu en in de toekomst, om vragen te stellen die je hebt over dit model.