Angst voor een nieuwe depressie en de controle houden
Als ik met mensen werk die niet zo lekker gaan en in het verleden een depressie hebben gehad. Dan is daar eigenlijk altijd op de achtergrond de angst om weer depressief te worden. En dat is een hele grote angst. Werkelijk depressief zijn is, zachtjes gezegd, niet fijn en vaak ook nog heel lang achter elkaar niet fijn. Dat wil je niet nogmaals meemaken.
Controle
De best succesvolle strategie om niet weer depressief te worden, die ik bij veel cliënten tegenkom is het leven controleren: Zorgen dat je ’s avonds voor de volgende dag alvast twee dingen gepland hebt die je in ieder geval gaat doen. Maar leven vanuit de controle is overleven, volhouden. Juist om weer te gaan leven heb je nodig om die controle in kleine stapjes weer los te laten. Om vanuit vertrouwen te durven gaan leven in plaats van uit controle. Makkelijk gezegd.
Controle loslaten en toetsen: vertrouwen.
Controle loslaten voelt in eerste instantie best een beetje hetzelfde als opgeven, in de depressie zakken, en dat maakt het doodeng. Er is echter een wezenlijk verschil. Ik zou het willen omschrijven als het verschil tussen weer gaan voelen, ook al is dat verdriet, en afhaken / somber worden. Dat is dan precies waar we met haptotherapie mee gaan stoeien. Het verschil voelen tussen “controle loslaten en opgeven” en “vertrouwen en toetsen goed voelt”. Waarbij het toetsen van wezenlijk belang is. Blijven toetsen of het nog o.k. is.
In het begin is dat eng en is het verschil tussen die twee klein, haast niet te onderscheiden. Naarmate je er meer mee hebt durven oefenen wordt het duidelijker, meer helder. Dat onderscheid kun je niet met je hoofd ervaren, daar heb je jouw lijf bij nodig, dat moet je voelen.