De basis voor het Ontwikkelingsschema (OWS), de verstandelijke, emotionele en sociale ontwikkeling van een mens is door vele grote psychologen beschreven. O.a. de in de theorien van Erikson en Bowlby vindt het OWS zijn grondslag. Het Instituut voor Toegepaste Haptonomie (ITH) heeft het ontwikkelingsschema (OWS) neergezet dat zeer bruikbaar is binnen de haptonomie / haptotherapie. Het verenigt de kennis uit de psychologie over de menselijke ontwikkeling met de bevindingen vanuit haptonomie. De bruikbaarheid van het OWS schuilt in de eenvoud en doeltreffendheid van het model.
Onderstaand leg ik het model uit, allicht doe ik dat in mijn woorden.
Het OWS gaat over het realtionele: de relatie tussen (twee) mensen (A), tegelijk is het van toepassing op hoe je met jezelf omgaat (B). Het verschil in het contact met jezelf en met de ander zul je steeds tegenkomen:
- Zo zijn er mensen die heel goed voor anderen kunnen zorgen, maar zichzelf vergeten.
- Er zijn mensen die vooral voor zichzelf zorgen maar de ander vergeten.
En natuurlijk alle variaties daar tussenin.
Het Het Ontwikkelings-schema (OWS) kent twee assen:
De “Ruimte as” en de “Relationele as”.
OWS, ruimte as
De vertikale as is de “Ruimte as”. Hierop staan “Afstand” en “Nabijheid”. Dit gaat over de gevoelsmatige afstand die je tot jezelf ervaart (Hoe eerlijk kan je naar jezelf toe zijn als het over iets gaat wat je werkelijk nabij komt?). En over de afstand die je naar de ander ervaart. Op welke afstand voelt het nog net wel goed, op welke afstand ben je aan je grens? Kenmerkend voorbeeld voor als je “te dichtbij”, “over de grens”, bent is dat je gaat nadenken. Bijvoorbeeld dat je wel verklaren waarom het nu een beetje moeilijk voelt, maar het eigenlijk niet meer voelt. Dan ben je niet meer voelend, je hebt weer meer ruimte nodig.
De afstand die je ervaart naar jezelf en naar de ander toe ervaart kan min of meer gelijk zijn, of juist sterk verschillen. Deze (dis-)congruentie is interessant voor de verdere uitwerking van het model. Belangrijk is om in te zien dat “meer nabij” niet beter is. Juist het kunnen verdragen van, een zekere, afstand brengt vaker verdieping dan het streven naar zo veel mogelijk nabijheid. Deze laatste leidt in ieder geval tot ongelukken.
OWS, relationele as
De Horizontale as is de “Relationele as”. Hierop staan “Betrokkenheid” en “Verbondenheid”. In hoeverre kan jij je laten betrekken door de ander (passief) en in hoeverre kan jij je verbinden met die ander (aktief). Vragen als: Kan jij voor je laten zorgen (als je ziek bent)? Kan jij een ander nabij laten als je pijn hebt? Kan jij je laten uitnodigen door een ander en dat ook werkelijk fijn vinden? Deze vragen spelen een rol bij “Betrokkenheid”. Als je daar volmondig “ja” op kunt antwoorden ben je (waarschijnlijk) in staat om je te laten betrekken. Hier komt de “eerlijkheid” naar jezelf ook weer bij kijken.
Vragen als: Zorg je graag voor de ander? Ben je bereid om voor iemand te zorgen? Kan jij samen met iemand anders in één ruimte zijn? en hoe doe je dat? Sluit je je af voor die ander? Neem je de hele ruimte in beslag en moet de ander zich aan jou aanpassen? Antwoorden op deze vraag geven een beeld hoe jij je kunt verbinden met de ander en daar ook de ruimte voor voelt. Hierbij geldt zeker niet dat al deze vragen met ja beantwoord moeten zijn. Als je graag voor een ander zorgt, dan zou het wel eens kunnen zijn dat je meer moeite hebt om goed voor jezelf te zorgen. Dan is je gedrag discongruent, zoals boven aangegeven. Verbondenheid vertaal ik ook wel eens door de volgende formulering: Verbondenheid staat voor het “over hebben voor een ander”. In de zin van: “Je hebt genoeg voor jezelf, en je hebt zelfs nog een beetje meer, en dat beetje meer heb je over voor de ander”. Als je dat over hebt voor een ander, dan wordt het geven ook vrijblijvender. Je hoeft er niets voor terug te krijgen.
Het werken met deze assen vergt ervaring. De volledige waarde van het OWS gaat verloren op het moment dat het een “prestatiemodel” wordt. Het kan helpen met inzicht krijgen in hoe jij in relatie tot jezelf en de ander staat. Mocht je ergens tegenaan lopen dan kun met dit model inzicht krijgen in wat er mis gaat. Een geoefend therapeut aan de hand van jouw verhaal je ook inzicht geven in en laten ervaren hoe je dit anders zou kunnen doen.
Voel je vrij, nu en in de toekomst, om vragen te stellen die je hebt over dit model.
Ieder kwadrant van het OWS staat voor een ontwikkelingsstadium.
Veiligheid
Het eerste stadium, veiligheid, legt de basis van je ontwikkeling. Al voor je geboorte wordt je bevestigd of juist ontkent in je bestaan. Door de manier waarop je gedragen bent, de ruimte die er voor je is en het temperament van je moeder in de relatie tot haar omgeving. Ook in de eerste jaren van je leven heb je de bevestigende nabijheid van je ouders nodig voor een goede basis.
Ontwikkelingsstadia binnen het OWS
Eigenheid
Vanuit die veiligheid ga je de wereld verkennen. Moet je voorstellen, dat wezentje dat vervlochten is geweest met moeders schoot, dat volledig afhankelijk is van de veiligheid en voeding van de ouders, dat die voor het eerst “nee” durft te zeggen tegen moeder, een eindje wegkruipen, kiekeboe spelen. Of later op de grond in de supermarkt liggen krijsen omdat die een snoepje wil. Allemaal oefeningen in afstand nemen, in “eigen” worden. Als alles goed is kun je ook iedere keer weer terug naar moeders schoot als je moe wordt of als het toch net even te spannend was. Peuterpubertijd, kleuterpubertijd en de “gewone” pubertijd. Allemaal fases waarin we onze eigenheid hebben vormgegeven, met behoud van onze veiligheid, onze basis, dan hoeven we ons gebrek aan veiligheid niet te overschreeuwen in onze pubertijd…
Zelfstandigheid
Stapje voor stapje wordt je meer eigen en ga jij ook iets betekenen voor de wereld om je heen. Je helpt een vriendin met huiswerk, je gaat een relatie aan, je helpt op de sportclub, de hebt je eerste bijverdiensten. Allemaal oefening in er ook voor de ander te kunnen zijn liefst zonder jezelf te verliezen. Je wordt leniger op de relatieas, je wordt zelfstandig. En dan weer als het even kan met behoud van jouw eigenheid en jouw veiligheid. Als het even tegenzit, dat dan niet je hele wereld instort maar dat je voldoende vertrouwen hebt in jezelf om weer op te krabbelen en verder te gaan.
Intimiteit
Vanuit die lenigheid op de relatieas: je hoeft niet alleen maar te geven, of alleen maar te ontvangen, en het opgebouwd hebben van je eigen wereld kun je een intieme relatie aangaan. Je durft een ander, ook emotioneel, dichtbij te komen en te laten komen met behoudt van je veiligheid, jouw zelf en zelfstandigheid.
Met iedere stap die je zet in je ontwikkeling vergroot je ook weer je eigen veiligheid, je zelfbeeld en je vrijheid. Stapje voor stapje wordt jouw leven meer jouw eigen leven. Daarmee wordt het leven niet persee makkelijker, maar wel meer eigen.