Soms komt een cliënt bij me die vastgelopen in het leven lijkt. Er is niet veel bijzonders mee, maar alle fut lijkt er uitgelopen te zijn. Ook de therapie kent weinig hoogte en dieptepunten, het schiet niet zo op. Er lijkt geen ontwikkeling op gang te komen. Dat kan zo maar een paar maanden duren. Het merkwaardige is dat de cliënt wel graag terug komt. zonder dat we, ogenschijnlijk, vorderingen maken. Dat de cliënt wel terug blijft vertelt mij dat we samen blijkbaar wel iets goeds doen, iets wat de cliënt zoekt.
Frustratie versus aanblijven
Zo een proces heeft iets frustrerend. Voor mij, en ook voor de cliënt. Ik probeer van alles, maar bovenal probeer ik vooral niet hard aan het werk te gaan, niet teveel te proberen. Ik probeer vooral mijn eigen frustraties, gevoel van onmacht en onkunde, te dragen en ondertussen me te richten op het contact, medemens te zijn. Me te richten op het “Hoe houden we samen goed contact?” Dat niet problematiseren en direct iets willen bereiken, terwijl we ons wel richten op het contact levert blijkbaar wat op voor de cliënt. “Aanblijven” wordt dat genoemd in haptonomie, de presentieleer van Andrie Baart noemt dat “present zijn”.
Op een onverwachts moment komt er dan beweging, soms door een stap die ik zet vaker nog door een stap die de cliënt zet. Maar dan gaat het hard, de cliënt gaat zich ontwikkelen, vaak in kleine stapjes. Maar wel zelf en dat geeft zoveel vertrouwen dat de cliënt dan vaak na een korte tijd weer zelfstandig verder wil èn kan!
“Het is fijn te ervaren dat ik er nog ben”
Joost heeft zich aangemeld. In het verleden heeft hij een burnout gehad en hij is bang weer in dezelfde problemen terecht te komen. Hij heeft een prima baan, leuke collega’s en een paar hobby’s. Joost verteld wat vlak over zijn leven, maar in zijn verhalen lijkt niets wat hij niet aankan of wilt veranderen. We praten, doen in de loop van de tijd diverse oefeningen die hem best nieuwe inzichten geven. Zo blijk hij wel heel goed voor de ander te zorgen en minder voor zichzelf. Die oefeningen en ervaringen helpen Joost wel, maar zijn leven lijkt niet werkelijk te veranderen. Joost blijft wel terugkomen. Tot Joost, als ik hem aanraak, de opmerking plaatst: “het is zo fijn om bij jou te voelen dat ik ergens diep weg er nog wel ben”. Dat komt hij dus doen: even checken of hij er nog wel is om dan weer snel verder te rennen in de waan van de dag. Vanaf het moment dat Joost en ik dat beseffen, hebben we nog een paar intensieve sessie gehad en is Joost al gauw vol vertrouwen, energie en respect voor zijn grenzen, weer zijn eigen weg gegaan.
Uithouden, volhouden en vertrouwen
Je zou zo een proces met en van Joost kunnen beschrijven als dat we het volgehouden hebben, 0f dat we het goed samen uitgehouden hebben. Maar dan doe je zowel Joost als mij tekort. Ja natuurlijk hebben we het volgehouden, maar we hebben wezenlijk meer gedaan dan volhouden. Door niet alleen maar hard te gaan werken. Door niet de schuld of oplossing bij de ander, of juist bij onszelf, te zoeken maar door vertrouwen te hebben in onszelf dat we met al ons (on-)vermogen als mens en als professional, genoeg zijn. Eigenlijk door steeds meer vertrouwen te krijgen in dat we als mens genoeg zijn ontstaat er voldoende veilige ruimte voor de cliënt om te ervaren dat hij er, ergens diep weg, nog wel is èn dat hij er mag zijn. Dat maakt uiteindelijk ruimte om zijn ontwikkeling weer ter hand te nemen. Vertrouwen is voor mij daarin belangrijk. Vertrouwen in mijzelf dat ik niet weet hoe verder maar uiteindelijk als mens genoeg voor die ander mens ben. En vertrouwen in die andere mens dat die zijn eigen gezonde richting weet te vinden. Dat voelt heel krachtig en kwetsbaar tegelijk.
Aanblijven: wel simpel maar niet makkelijk.
Zoals gezegd noemen we dat in haptonomie Aanblijven. Aanblijven is altijd heel simpel, zodra het niet meer simpel is gaat het niet meer over aanblijven. Dat het simpel is wil niet zeggen dat het ook makkelijk is: Het dragen van je eigen onvermogen, frustraties, er op vertrouwen terwijl er ogenschijnlijk niets gebeurd. Integendeel, makkelijk is het eigenlijk nooit, maar je leert wel het verschil te herkennen tussen de complexe frustraties en de onvermogens enerzijds èn de rust en kwetsbaarheid van vertrouwen. Bij die kwetsbaarheid en dat vertrouwen horen voor mij ook woorden als “zingeving” en “geluk”.
Stel je voor dat jij als mens genoeg bent, voor jezelf èn de ander. Dat vind ik een hele spannende gedachte.