Regelmatig krijg ik de vraag van iemand om te leren grenzen te stellen. Dat wil die persoon dan omdat die zo moe wordt van mensen in hun omgeving en niet weten hoe ze daar mee om moeten gaan, hoe ze zichzelf kunnen beschermen tegen die ander. Dat ze zich telkens zo leeggezogen voelen als thuis komen van hun werk, hun ouders, hun vriend(in).
Harde grenzen
Vaak proberen ze zich wel af te sluiten, maar dat kost kracht en werkt eigenlijk niet bevredigend. Dat voelt als een soort van inhouden, afremmen. Terwijl dat “minder doen” helemaal niet is wat prettig voelt. Dat is een soort inhouden, minder leven. Eigenlijk word je van “inhouden” ook gewoon moe, heel moe, terwijl je juist minder doet. En dan kom je ook moe en lusteloos thuis.
Bewust worden van jezelf
Op een voor jou prettige manier van heel houden van jezelf, je energie, doe je op een heel andere manier. Niet door je schrap te zetten tegen, alert te zijn op de ander, maar juist door jouw eigen (gemoeds-)beweging “te managen”. Hoe doe jij het, hoe sta jij in het leven: Rijk je vooral uit naar de ander en vergeet je jouw eigen bezieling? Of is het juist jouw bezieling waar je achteraan rent en raak jij je kracht, je basis kwijt?. Door bewust te zijn van deze eigen beweging kun je gaan herkennen hoe je het voor elkaar krijgt om doodmoe te worden en hoe je het voor elkaar krijgt om energiek te zijn/blijven.
Heel blijven: jouw eigen lijf voelen
Als je jouw beweging bewust bent, dan kun je jouw lijf gebruiken om heel te blijven. Door je hartstreek, je buik en je bekken te voelen. Ieder van deze drie gebieden voelt anders aan. Probeer maar eens uit, en dat ies nog niet eens zo gemakkelijk. Voel maar eens je hartstreek/je borstkas. Welke woorden passen daarbij? onrust; spanning; pijn; rust; niets? En doe datzelfde voor je buikregio en daarna je bekken gebied. Als het je lukt om alle drie afzonderlijk daadwerkelijk te voelen dan heb je al grote stappen gezet.
Door in je lijf deze regio’s te voelen, aan te spreken voorkom je dat je uit evenwicht raakt. Teveel uitreikt naar de ander, of juist teveel stilvalt achter je muur.
Je moet wel een beetje van jezelf houden
Je moet wel respect voor jezelf hebben, een beetje van jezelf houden, om dit te doen. Om je eigen beweging in stand te mogen houden, boven het redden van, of verzetten tegen, de ander. Om je eigen frustratie, pijn of verdriet te kunnen dragen in plaats van je aandacht naar de ander te verleggen. Het mooie is wel, dat als het je lukt om je eigen interne beweging en vrijheid in stand te houden, je veel minder last van de ander hebt. Je hoeft veel minder met die ander, terwijl je tegelijk veel meer kunt met die ander. Je handelt minder vanuit patronen en oude gewoontes maar kunt veel meer vanuit vrijheid kiezen wat je met een situatie wilt. En dan hoef je ook geen grenzen naar anderen te stellen, maar kun je vanuit jezelf blijven bewegen. En dat voelt heel wat prettiger.